GOEDE WIL ONVOLDOENDE Alle ijver en goede wil ten spijt werd Dordrecht'90 voorbije zaterdag voor de zeventiende keer met de schamele verliezerfooi afgescheept. De cijfers van 2-0 kunnen eervol genoemd worden, maar daarbij moet wel worden bedacht dat het weinig imponerende Roda JC zonder vier dragende spelers als Barry van Galen, Raymond Atteveld, Johan de Kock en de Pool Tomec Iwan aantrad. Journalisten, die de verrichtingen van Roda JC wekelijks volgen, spraken dan ook van de slechtste wedstrijd van het seizoen. Waarmee Roda JC zich dus in het rijtje van Feyenoord, PSV, FC Twente en Ajax schaarde. Topclubs, die nog niet zo lang geleden ook tegen de staartclub slecht presteerden, maar wel de volle buit bemachtigden. Door ook een slechte wedstrijd te winnen maakte Roda JC duidelijk zich dit seizoen het predikaat van echte topclub te mogen aanmeten. Huub Stevens, wiens even baldadige als fanatieke assistent Eddy Achterberg nog steeds heilig in de titel gelooft, bedekte het optreden van zijn manschappen met de term weinig sprankelend. "Door het niet meespelen van De Kock, Van Galen, Iwan en Atteveld waren bij ons de automatismen weg", oordeelde Stevens, die het centrale gelegenheidsduo Van Hoogdalem/Senden een pluim op de hoed speldde. Van het geroemde duo speelde Marco van Hoogdalem, die ooit het shirt van zondageerste klasser Unitas droeg, inderdaad sterk. Verdedigend kon hij het karwei op zijn akkertje klaren, maar zijn grote pluspunt was dat hij zich voortdurend aanvallend onderscheidde en veel gevaarlijker was dan de echte aanvallers Maurice Graef, Tijani Babangida en Max Huiberts. Hetgeen stellig ook een verdienste was van de Dordtse defensie. Een linie, die uitstekend door ex-international Adri van Tiggelen werd geleid. Roël Liefden, Maarten Atmodikoro en Michel Langerak sloten zich voorbeeldig bij de 'spijker' aan en tot voldoening van het trainersduo Vergeer-Versleijen bleek onder de lat de Deen Benny Gall eindelijk weer in goede doen te zijn. Op enkele schoonheidsfoutjes na keepte Gall een sterke wedstrijd. Waaruit meteen de conclusie kan worden getrokken, dat de Dordtse defensie het sterkste deel van de ploeg was. Het driemanmiddenveld en de driemanvoorhoede wilden best en werkten zich ook uit de naad, maar de zes spelers bleken te onrustig en te weinig balvast om hu verdediging lucht te verschaffen. "Het heeft natuurlijk allemaal met kwaliteit te maken", sprak Jan Versleijen later bedachtzaam over dit belangrijke manco in de Dordtse ploeg. Erik van der Merwe voldeed in de ogen van de Dordtse technische leiding het minst en ruimde al snel het veld ten faveure van Mischa Rook. Balverlies was bij dit alles troef, hetgeen vooral van de zwoegende Cor Lems opvallend te noemen is. In de eerste helft was er even een korte periode sprake van wat langer balbezit en na rust deden zich er twee van die belangrijke momenten voor. Tekort om de op de tenen lopende Dordtse verdedigers het karwei zonder kleerscheuren te laten klaren. Zelf kreeg Dordrecht'90 driemaal uitzicht op een huldiging. In het begin van de wedstrijd stoomde Leo Koswal, de beste Dordtse aanvaller trouwens, na een slippertje van Luijpers op naar het domein van Ruud Hesp. In plaats van de bal breed te leggen op de meegekomen Romeo Wouden produceerde hij slechts een slap rollertje. De tweede mogelijkheid van Dordrecht'90 was in een belangrijke fase toen de thuisclub via een kopbal van de inkomende Danny Hesp - international Eric van der Leur was uitgerekend in de dertiende hoekschop van de wedstrijd de aangever - net 1-0 had gemaakt. Via Mischa Rook kwam Ronald Hoop plotseling oog-in-oog te staan met Ruud Hesp. De doelman wilde het doeltreffende werk van zijn broer niet laten bederven en redde met zijn voeten. Kort voor tijd diende kans nummer drie zich aan, maar andermaal liet Hesp zien, opnieuw was Koswal de schutter, serieus met Edwin van der Sar als tweede doelman achter Ed de Goeij te willen concurreren. Zoals reeds gezegd was het voor de Dordtse defensie al schier onmogelijk om de Limburgse druk te doorstaan. Behalve de 1-0 van Hesp kregen aanvoerder Van Tiggelen en zijn kornuiten nog een goal achter de oren. Een omstreden treffer, dat wel. Immers op het moment dat Max Huiberts een vanuit het achterland verzonden bal met de punt van zijn schoen doortikte stond Maurice Graef duidelijk buitenspel. De aan de zijkant opkomende Babangida duidelijk niet. Ofschoon de in verwarring gebrachte Dordtse verdedigers bleven staan, oordeelden arbiter Sterk en zijn grensrechter dat het geen hinderlijk buitenspel was. Snelheidswonder Babangida ging door en was de uitlopende Gall te glad af, waarna de bal met veel geluk via het lichaam van de blonde Deen over de lijn hobbelde. De woedende Dordtse protesten leidden uiteraard tot niets, maar hadden wel tot gevolg dat Adri van Tiggelen de enige gele kaart van de wedstrijd ontving. Z'n vijfde, zodat hem nu een schorsing wacht. |