'N IJS EN IJSKOUDE KATER
Wat Dordrecht'90 nodig heeft is een aantal mannen
met venijn in hun lijf. Mannen, die niet bang zijn om zich in de baan
van de bal te werpen, als dat noodzakelijk is.
Dat is de visie van trainer Hans Eijkenbroek, die zich zaterdagavond in
de vrieskou van Veendam als pure verdediger had zitten te verbijten over
het optreden van de jonge garde van tegenwoordig.
Het was immers weer het oude liedje in het noorden, waar de vorst de Langeleegte
tot een Jaap Edenbaan had omgetoverd. Driemaal een dood moment en driemaal
een doelpunt om de oren. Dordrecht'90 ging er ook ditmaal aan onderdoor
tegen een Veendam, dat met de 3-1 overwinning teveel van het goed kreeg.
Afgezien van die fatale momenten, speelde Dordrecht'90 immers een goede
wedstrijd in Veendam en had een puntendeling beter de verhoudingen op
het veld weergegeven.
Vandaar dat Eijkenbroek des duivels was op de verdediging van Dordrecht'90.
"We hebben vooraf nog zo op die spelhervatting gehamerd. Dit mocht
niet voorkomen. En ja hoor, tot driemaal toe gebeurt het toch. Ze kunnen
beter aan blaasvoetbal gaan doen", was Eijkenbroek vooral getergd
over de angst, die enkele spelers bij dergelijke momenten ten toon spreidden.
"Neem zo'n tweede goal. Die Prinsen kan zomaar de bal in het doel
lopen. Vang zo'n gozer op. Ga in de baan staan. Negen van de tien keer
dat je dan een vrije trap meekrijgt.
Bij het derde doelpunt idem dito. Oké, je krijgt een vrije trap
in het doelgebied tegen. Ga dan met zijn tienen in de muur staan. Nu ging
een van onzer spelers bij de tweede paal staan en misten we precies dat
mannetje in de muur. Natuurlijk doet het pijn als je een bal onder deze
omstandigheden tegen je lijf krijgt, maar een doelpunt tegen doet mij
veel meer pijn, hoor."
Het was derhalve oorzaak en gevolgen in Veendam. Een van de oorzaken van
de nederlaag van Dordrecht'90 was het uiterst warrige optreden van arbiter
Reygwart in Veendam.
Nadat hij de thuisclub in de eerste helft een strafschop had onthouden,
leek het er in het eerste kwartier na de rust op, alsof de man uit Zaandam
zijn fout wilde goed maken.
Niets kon Dordrecht'90 in die fase in de ogen van de man in het zwart
goed doen en de vrije trap tegen Brian Wilsterman, die de hele wedstrijd
aantrekkelijke duels uitvocht met Bert Zuurman, was al behoorlijk omstreden.
Joseph Oosting wist uit die spelhervatting het maximale te halen, door
de bal op het hoofd van de geheel vrij gelaten Lesmond Prinsen te planten,
waarop Van der Kwaak, hij had ook ditmaal de voorkeur boven Benny Gall
gekregen, kansloos was.
Vervolgens kreeg Veendam nog een toegift van Reygwart. Mischa Rook liep
zijn tegenstander van de bal, waarop de Veendammer als laatste de bal
beroerde. Peter van der Kwaak kon de bal dan ook met een gerust hard oprapen,
maar tot ontzetting van alles en iedereen bij Dordrecht'90 vond Reygwart
dat Rook had teruggespeeld op zijn doelman.
In de wanorde, die zo'n vrije trap in het zestienmetergebied altijd met
zich mee brengt, bediende Peter de Roo Gerard Wiekens die loepzuiver de
3-1 binnen schoot en daarmee de wedstrijd besliste.
"Door deze uitslag krijg je toch een verkeerd beeld van de wedstrijd",
stelde Cees van den Bosch in zijn praatje na afloop. "Zeker de vrije
trap waaruit het derde doelpunt voortkwam was een lacher van de eerste
orde. Je hebt er echter wel mee te maken dat zo'n beslissing de wedstrijd
beslist, hoewel ik vind dat Dordrecht'90 prima weerstand heeft geboden
en er mede voor heeft gezorgd, dat het ondanks de kou toch goed toeven
was op de tribunes van de Langeleegte."
Ondanks de afwezigheid van Lems, De Romijn, Baven, Wasiman en Derksen
kon Dordrecht'90 een elftal op de been brengen, dat op de ijsvlakte met
verzorgd voetbal het Veendam behoorlijk lastig kon maken. Alleen het gemist
van Cor Lems was toch weer van doorslaggevende betekenis. Hij had de voorhoede
van Dordrecht'90 wat meer impulsen kunnen geven, dan nu het geval was.
Te vaak stonden Hoop, Summerville, en Van der Laan te afgezonderd om voor
extra pressie op het doel van Egbert Darwinkel te zorgen.
Na mogelijkheden voor Summerville en Heijstek in het eerste kwartier,
waarin Dordrecht'90 een betere controle over de omstandigheden had dan
de thuisclub, bleek het weer een duidelijke invloed te hebben.
Zo verwachtte Dordrecht'90 in de 23e minuut dat de bal een voorzet van
Veendam de achterlijn zou passeren, maar door de straffe wind die in de
lengteas over het veld blies, waaide de bal toch nog gevaarlijk dicht
naar de tweede paal. Uit de daaropvolgende hoekschop, kon Dordrecht'90
de bal in eerste instantie nog van de doellijn halen, maar knalde Lesmond
Prinsen in de rebound toch raak: 1-0.
Een diepe bal van Richard Plug op Glenn Summerville leidde vervolgens
de gelijkmaker van Dordrecht'90 in. Summerville strandde op Darwinkel,
maar Ronald Hoop kon de terug in het veld gestuiterde bal alsnog in de
touwen werken.
Opwinding bij Veendam was er vervolgens dat Reygwart een overtreding van
Wilsterman op Zuurman niet bestrafte, maar zoals gezegd, de arbiter, die
de gehele wedstrijd op veel te grote afstand leidde, zou het na de rust
allemaal goed maken.
In die tweede helft was Veendam overigens wel furieus gestart en de voorsprong
was op dat moment terecht. Desalniettemin werd Dordrecht'90 een tweede
kans op herstel niet gegund en zat het na afloop met de brokken, mede
omdat Joop Lankhaar zijn frustraties afreageerde op de bal en daarvoor
geel zag, zodat hij komende zaterdag tegen Haarlem niet van de partij
kan zijn.
Opstelling Veendam: Darwinkel; Slor, Wiekens, McAndrew, Prinsen, Alberts,
Radomski, De Roo; Van der Meulen (Roembiak), Zuurman, Oosting.
Dordrecht'90: Van der Kwaak; Robbemond, Wilsterman, Lankhaar, Van der
Merwe; Rook, Van der Laan, Plug, Heijstek; Hoop, Summerville (Plet).
|