DORDRECHT'90 VERWEERT ZICH PRIMA IN BREDA

De later met een beenbreuk uitgevallen Dirk Jan Derksen kruist de degens met NAC'er Tony Vidmar.
Dordrecht'90 hield zich gisteravond in de toch wel met zorg tegemoet geziene bekerwedstrijd tegen NAC prima staande.
Weliswaar kon de brigade van Robert Verbeek, die in deel twee prima weerwerk bood, het nieuwe en met 4500 toeschouwers gevulde Fuijfilm Stadion niet winnend of met een gelijkspel verlaten, maar de uiteindelijk 4-2 nederlaag kon de toets der kritiek ruimschoots doorstaan.
De Bredase trainer Wim Rijsbergen schreef de goede tweede helft van Dordrecht'90 toe aan het slordige spel van zijn elftal en zijn Dordtse collega Robert Verbeek opperde op zijn beurt dat dit best wel eens de verdienste van zijn ploeg geweest zou kunnen zijn.
Het Dordtse optreden zal de burger aan de Krommedijk na het weinig sprankelende optreden in de oefencampagne inderdaad de nodige moed geven. De Dordtse eerstedivisionist, nauwlettend gadegeslagen door Telstar-trainer Cor Pot, greep de tweede rondgang aan om wat meer mee te voetballen. Iets waar in deel één ondanks alle goede bedoelingen betrekkelijk weinig van terecht kwam. Twee goals, weer eens voortvloeiend uit twee 'dode' momenten - toenmalige trainer Lex Schoenmaker werd er vorig jaar rond deze tijd ook al gillend gek van - hadden de thuisclub een prinsheerlijke 2-0 voorsprong bezorgd.
In de 9e minuut prikte Yassine Abdellaoui een vrije trap op het hoofd van Graham Arnold. Diens priemende kopbal kon door Peter van der Kwaak slechts worden afgeweerd, waarna de opkomend Stanley MacDonald in de rebound raak kogelde. Negen minuten later deed Sander Oostrom hetzelfde en ditmaal knikte Graham Arnold direct 2-0 binnen.
Robert Verbeek, die met Joop Lankhaar als laatste man begon, wenste na afloop niet de Deen Karsten Myssing, die met de bewaking van de Australiër belast was, de zwarte Piet in handen te drukken. "Hij heeft niet alleen schuld", waarmee Verbeek bedoelde te zeggen dat er best nog een paar spelers met Myssing en Arnold hadden mogen meespringen. Niettemin verving Verbeek de Deen, die het over de grond trouwens helemaal niet slecht deed tegen Arnold, door John Baven. De Hagenaar viel sterk in, maar ook hij moest Arnold een treffer toestaan. Ofschoon Dordrecht'90 in het eerste part te bleu opereerde en mede daardoor slechts moeilijk in balbezit kon komen kreeg het toch, zoals Verbeek ook voorspeldt had, kansjes.
André Wasiman kon niet bij een voorzet van Richard Plug komen, Glenn Summerville mikte via het lichaam van Tony Vidmar naast, Mischa Rook besloot een rush met een te slap schot en diezelfde Rook kopte vervolgens een voorzet van Plug slechts luttele centimeters naast de voor hem verkeerde kant van de paal. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat NAC via Sander Oostrom nog een keer snoeihard de paal raakte en Peter van der Kwaak een katachtige reactie in huis had op een pegel van Jan Gaasbeek. Kortom: NAC, dat Verbeek verraste door zonder Maarten Atmodikoro (te laat), met Geert Brusselers links op het middenveld en Barry van Galen dicht achter Arnold aan te treden, was in de eerste helft gewoon veel beter.
Na de doelwisseling, NAC speelde toen niet meer naar de fanatieke B-side, voetbalde Dordrecht090 veel meer van het doel af. De linies vloeiden beter in elkaar over en vooral spits Dirk Jan Derksen bloeide plotseling op. Zijn 'poeier' rakelings over was nog een waarschuwing voor Karelse, die in de 59e minuut op een inzet de kleine spits geen passend antwoord kon vinden. 2-2 behoorde daarna levensgroot tot de mogelijkheden, maar Glenn Summerville wachtte na een pass van Richard Plug, van wie op links erg veel dreiging uitging, te lang met schieten. Nog in dezelfde minuut deed Arnold, die maatwerk van Sander Oostrom verfraaide, het veel beter.
NAC bleek evenwel nog niet klaar te zijn met Dordrecht'90, want Derksen kende niet veel later opnieuw succes. Hetgeen één van zijn laatste daden zou, want kort daarna zou de aanvaller, die eindelijk de gewenste vorm te pakken leek te hebben, een botbreuk oplopen. Zelf had hij onmiddellijk in de gaten, dat het foute boel was. De andere spelers snelden toe, omdat zij het bot duidelijk hoorden kraken.
Met Erik van de Merwe in de ploeg en een oponthoud van tien minuten was Dordrecht even van slag, maar onder impulsen van vooral Richard Plug, die steeds knap naar binnen draaide en dan ook prompt schoot, moest John Karelse diverse lastige inzetten temmen. Ook Van der Kwaak kreeg nog het nodige werk te verrichten, maar op het ziedende schot van Barry van Galen na, dat 4-2 betekende, bleef hij overeind.
Opstelling NAC: Karelse; Gaasbeek, Mukanya, MacDonald, Vidmar; Van Galen, Brusselers, Stewart, Arnold (Remie), Oostrom, Abdellaoui (Schepers).
Bij NAC ontbraken Ruud Brood, Francois Gesthuizen, Jeffrey van As, Edwin Gorter en Nico Jalink.
Opstelling Dordrecht'90: Van der Kwaak; Plet, Myssing (Baven), Lankhaar, De Romijn; Summerville, Rook, Wasiman (De Laat), Lems, Derksen (Van de Merwe), Plug. Joop Lankhaar en Melvin Plet ontvingen een gele kaart.