Ronald
van est
Volgend jaar augustus mag Ronald van Est als verzorger bij FC Dordrecht
zijn 25-jarig jubileum vieren. Zijn aanwezigheid is alleen niet zo
vanzelfsprekend als dat inmiddels voor de vaste bezoeker van FC Dordrecht
mag lijken. De zaken hadden namelijk heel anders kunnen lopen. In
1945 werd de onafhankelijkheid van Indonesië uitgeroepen. Pas
in 1949 kwam er een einde aan de strijd tussen Nederland en zijn kolonie
en werd het land echt onafhankelijk. “Ik ben in 1943 in Indonesië
op Java geboren en daar is hard gevochten. Ik was nog jong maar heb
wel het een en ander gezien. Bij acties van de Nederlanders tegen
Indonesische jongeren vlogen de kogels je om de oren.” |
“We
waren natuurlijk een Nederlandse kolonie geweest en in 1958 besloten
mijn ouders om naar Nederland te gaan. Toen we aankwamen, werden we
in een militair kamp bij Eindhoven opgevangen. Het was een barre winter
en wij hadden alleen maar tropische kleding bij ons. Ik heb daarom
ook nooit meer last gehad van het koude weer in Nederland. Na een
paar jaar verhuisden we naar Breda en in 1967 ontmoette ik een Dordts
meisje met wie ik verkering kreeg. Zij was een echte schapenkop en
wilde persé in Dordrecht blijven wonen. We namen dan ook een
huisje in Dordrecht toen we trouwden, want het maakte mij niet uit
waar ik woonde.”
Ondertussen had Ronald ook wat betreft studie niet stilgezeten. “Ik
heb alles gewoon doorlopen. De lagere school, de MULO en uiteindelijk
de avondtechnische school. Toen ik daar klaar mee was, kon ik aan
het werk bij het huidige ITT, waarvoor ik telefooncentrales moest
bouwen. Terwijl ik werkte deed ik verschillende vechtsporten zoals
karate, tai-chi en jiujitsu. Door die sporten ben ik me ook gaan
interesseren in de bewegingen van de mens. Zodra ik in Dordrecht kwam,
ben ik samen met de Indonesische jongens bij NOSVRI gaan voetballen.
In Indonesië had ik wel gevoetbald, maar dan speelde je gewoon
buiten met elkaar op straat.” |

Verzorger Ronald van Est bijna 25 jaar
bij FC Dordrecht.
|
“Ik ben dus
voor de gezelligheid en via m’n zwagers in de voetballerij
terechtgekomen. Tijdens het voetballen zag ik blessures en dan vroeg
ik me altijd af hoe dat nou kwam en wat je eraan kon doen. Daarom
ben ik toen naast het werk een opleiding sportmassage gaan volgen.
Dat had ik in ’77 afgerond, waarna ik op Bakestein als adviseur
ben gaan helpen. Mijn eigen huisarts was destijds ook de clubarts
van FC Dordrecht, waar ze een masseur nodig hadden. Via hem ben
ik daarvoor benaderd en vanaf 1979 werkte ik dus ook parttime bij
DS. In 1989 raakte ik door een reorganisatie mijn andere baan kwijt.
Ik heb toen met Cees den Braven gesproken en die zei dat ik fulltime
in dienst kon komen.”
“Ik heb het nog steeds naar m’n zin, maar dat moet ook
wel. Je werkt altijd met jonge jongens die overal vandaan komen.
Al moet ik zeggen dat ik de periode van DS de leukste tijd vond.
Met name onder Kistemaker was sportief het mooist. Zoals in 1987
toen je in de laatste wedstrijd tegen Cambuur kampioen werd. Nu
is het allemaal erg zakelijk en dat je volle stadions hebt gehad,
maak je ook niet meer mee. Het publiek is ook wel verergerd. Vooral
van het andere publiek hoor je de vreemdste dingen. Vroeger had
ik veel temperament en trok ik het me wel aan. Ik kreeg wel eens
een blikje of een aansteker naar m’n hoofd. Dan stak ik mijn
vinger naar ze op, maar niet m’n middelvinger. Hoe ze aan
loempia komen is een vraag. Ik ben in ieder geval geen Chinees.”
Inmiddels heeft Ronald ook de opvoeding van zijn twee zonen Peter
en Branco achter de rug. Zijn oudste zoon Peter heeft hij daarbij
enthousiast gekregen voor dezelfde hobby. Als het even kan zitten
ze namelijk op de motor. Voor Branco is hij qua werk meer een voorbeeld
geweest, want die is nu gymleraar. “Naast het motorrijden
doe ik niet meer zoveel. Ik heb thuis ook nog een vrouw en daar
moet je ook tijd aan spenderen. Zolang mijn gezondheid het toelaat
en de club me wil, zal ik hier blijven. Ik ga door tot ik erbij
neerval. Mocht ik met pensioen moeten dan zal ik in ieder geval
niet stil gaan zitten.” Wij gaan er vanuit dat beide momenten
nog lang op zich zullen laten wachten en Ronald nog geregeld over
het veld zal speren.
Interview uit 'Programma van de club',
het programmaboekje van FC Dordrecht.
|
|